Ulrum - Koor
Het koor is in twee vlakken verdeeld onder in het vlak is een niet samengesteld rondboog drielichtvenster, elk venster staat apart op een diepe eg. Boven in de topgevel bevinden zich elf rondbogig opklimmend spaarnissen. De spaarnissen scheiden zich van elkaar door rondstaven ofwel kolonetten die bij de geboorte van de boog kleine kapiteeltjes vormen. Het bijzondere van de kapiteeltjes is dat zij maar aan een kant van de geboorte van de boog ontstaan. Het middelste en grootste spaarnis heeft bovenin een klein smal rondboogvenster. Alle elf spaarnissen met hun kolonetten staan op een over de hele breedte lopende ondiepe eg.